- Geen resultaten
Open kantoren met flexwerkplekken zijn nog steeds de trend. Er is zelfs een grote kans dat je dit artikel leest in zo’n ruimte. Hoewel deze open ruimtes gezellig zijn en ideaal zijn om snel te kunnen schakelen met collega’s, brengen ze ook uitdagingen met zich mee.
Onderzoek heeft uitgewezen dat 70% van de werknemers last heeft van geluidsoverlast op kantoor. Geluidsoverlast van bellende of etende collega’s, rinkelende telefoons en lawaaiige apparaten kunnen behoorlijk afleiden. Gelukkig is daar wat aan te doen met deze tips.
Geluid beweegt in golven door een ruimte. Als de ruimte kaal en glad is, dan wordt het geluid niet geabsorbeerd, maar kaatst het terug de ruimte in. Wanneer dit blijft gebeuren, krijg je galm en wordt geluid lawaai.
Veel kantoren bestaan tegenwoordig uit kale, gladde oppervlakken. Veel glas, gladde vloeren en steeds vaker ook een open plafond. Dat ziet er goed uit, maar voor je akoestiek is het funest. Geluid blijft rondgaan en zo ontstaat geluidsoverlast op kantoor.
Hoewel er niet een oplossing is die in alle situaties werkt, kun je wel als vuistregel aanhouden dat 1/3e van het kantooroppervlak bedekt moet zijn met akoestisch materiaal. Dat geldt voor 1/3e van het oppervlak van vloer, wanden en plafond samen. Daarmee haal je het snelste resultaat.
Het helpt ook om geluidsbronnen te isoleren. Denk bijvoorbeeld aan printers of luidruchtige koffiemachines in een aparte ruimte plaatsen of akoestische schermen rond bureaus. Je vangt het geluid dan bij de bron.
Bij al deze tips moet je wel goed onthouden dat je flinke stukken van het oppervlak moet bedekken met geluidsabsorberend materiaal.
Dan zijn er nog enkele maatregelen die je vaak tegenkomt, maar die eigenlijk geen tot weinig effect hebben op de akoestiek: